Het juiste doen binnen de mogelijkheden
Dijkhoff ‘ergert’ zich aan overactieve rechter kopten diverse media afgelopen zaterdag naar aanleiding van uitspraken van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff op het VVD congres. De uitspraken staan in de context van de stikstofcrisis. Dijkhoff ergert zich aan rechters die “creatief of te extensief gebruikmaken van de regels die er zijn en dingen opleggen”. In het geval van de stikstofcrisis vooral te extensief, door met verregaande consequenties het stikstofbeleid ongeldig te verklaren.
Wat ik boeiend vind aan deze politieke uitspraken over het toepassen van regels, is het oordeel dat er in doorklinkt over hoe je de regels goed toepast. Of eigenlijk hoe je de regels niet goed toepast. En Dijkhoff is bepaald niet de enige die hier een mening over heeft. En het gaat niet alleen om rechters, maar over de breedte van functiegroepen en instanties die regels toepassen in de praktijk. Zo stelde CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma naar aanleiding van uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst, het CBR en het UWV dat “diensten een veel menselijker gezicht moeten tonen”. En CU-fractievoorzitter Gert-Jan Segers geeft in hetzelfde artikel aan: “regels lijken belangrijker dan mensen”.
Overal waar ‘te’ voor staat
Te creatief. Te extensief. Teveel opleggen. Teveel gericht op regels. Te weinig mensgericht. Mijn oma zei altijd al: Overal waar ‘te’ voor staat is niet goed, behalve ‘tevreden’. Regels zijn nodig en zullen er altijd zijn. En ja, er wordt ingezet op meer eenvoudige regels en meer ruimte in de regelgeving om deze situationeel toe te passen. Denk bijvoorbeeld aan de Omgevingswet. De grote uitdaging met betrekking tot regelgeving is en blijft echter hoe er in de praktijk van alle dag mee om wordt gegaan. En daarmee zitten we gelijk in het hart van vakmanschap, houding en gedrag van professionals binnen overheidsorganisaties.
Ruimte krijgen en ruimte nemen
Ik zie om mij heen dat provincies, gemeenten, toezichthouders en uitvoeringsorganisaties vrijwel stuk voor stuk inzetten op versterking van vakmanschap, houding en gedrag. Tegelijk zie ik een worsteling om dit concreet te maken. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik aanbevelen om professionals expliciet in de rol van (af)weger te plaatsen. En dat is een vak! Op elk niveau waarop met regels wordt gewerkt. Een vak dat vraagt om ruimte.
Werken met regels is nooit slechts een kwestie van afvinken of ja/nee vragen beantwoorden. Het is werk in een context en de professional is degene die de context in zich opneemt en daarin de toepassing maakt van de regels. Dat kan hij alleen goed doen als hij zich hier vrij in voelt, de tijd voor heeft en beschikt over de benodigde kennis en feiten.
Kennis en feiten zijn vaak wel binnen handbereik of eenvoudig te ontwikkelen. De tijd kunnen nemen voor een goede afweging is een ander verhaal. Doorgeslagen efficiency-denken heeft er in veel processen toe geleid dat er nog amper tijd is om een goede afweging te maken. Of op zijn minst voelt de medewerker niet dat hier tijd voor is. Wie stapt er nog op de fiets om even een kijkje te nemen op locatie, als hij over deze locatie een beslissing moet nemen? Ik zie het weinig gebeuren, terwijl ik heel wat keren heb meegemaakt dat de situatie op locatie toch echt anders in elkaar bleek te steken dan op papier of zelfs met uitgebreid fotomateriaal te zien was. Ik heb niets tegen het optimaliseren van processen. Hier is veel voordeel mee te behalen, zeker ook qua dienstverlening. Maar kom niet aan de ruimte om een goede afweging te maken. Waardeer en erken de professional door pal voor deze ruimte te gaan staan en hierin te faciliteren. Zodat hij creatief en mensgericht te werk kan gaan.
Compliance
Dit brengt mij op compliance, een term uit de financiële wereld die ik ook steeds meer hoor binnen de publieke sector. Compliance is kortgezegd het voldoen aan de regelgeving. Aangejaagd door boekhoudschandalen bij Enron en Ahold bewaken en versterken compliance officers de betrouwbaarheid, integriteit en kwaliteit van (financiële) dienstverlening.
Ik pleit niet voor nieuwe staffuncties binnen de overheid, maar het compliance denken mag zeker meer verankerd raken. Met als belangrijkste opgave om de balans te vinden tussen ‘recht doen in de specifieke context’ en ‘rechtmatig handelen’. Overhellen naar de specifieke context kan leiden tot willekeur, overhellen naar rechtmatigheid kan leiden tot kil systeemdenken. De kunst zit hem in het juiste te doen binnen de mogelijkheden. Dat stemt tevreden. Mooi vak!