Vooruitblik masterclass omgang met desinformatie en maatschappelijke onrust
Op 1 december 2021 vindt de masterclass omgang met desinformatie en maatschappelijke onrust plaats dat wordt georganiseerd door het Haags Congres Bureau en waar RONT Management Consultants een bijdrage aan mag leveren.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en spreker op de masterclass omgang met desinformatie en maatschappelijke onrust.
Maatschappelijke onrust
Regelmatig ontstaat er ergens in binnen- en buitenland ophef binnen een gemeenschap. De oorzaken zijn divers, variërend van een pandemie, de komst van nieuwe technologie, een ongeval met gevaarlijke stoffen, de komst van windmolens, een terugkerende zedendelinquent, een ontuchtzaak, een gezinsdrama, een incident met een verward persoon, de samenkomst van haatpredikers tot de komst van een asielzoekerscentrum. Een dergelijke gebeurtenis kan leiden tot vergaande spanningen in de gemeenschap met mogelijke grote gevolgen voor de openbare orde en veiligheid. Een gemeenschap staat dagelijks bloot aan diverse risico’s en daarmee gepaard gaande desinformatie die kunnen leiden tot spanningen en maatschappelijke onrust. Maatschappelijke onrust is het verschijnsel van hevige ongerustheid en emotionele reacties bij (diverse) groepen mensen als gevolg van een schokkende gebeurtenis waarbij het risico bestaat op escalatie, verstoring van de openbare orde en veiligheid en een toename van deze problematiek.
De corrumperende werking van (des)informatie
Informatie wordt al eeuwenlang gebruikt voor beïnvloeding, maar sinds de introductie van smartphonetechnologie is dat explosief toegenomen. Beïnvloeding vindt niet langer enkel plaats via traditionele media zoals kranten, radio en tv, maar vooral via internet en sociale media met gebruik van geavanceerde technieken. Ook zijn het niet langer statelijke actoren of adverteerders die geraffineerde beïnvloedingsmethoden gebruiken, maar ook belangenorganisaties en radicale ideologische groeperingen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van desinformatie. Desinformatie is het bewust creëren en verspreiden van onware, inaccurate of misleidende informatie door een overheid, onderneming of groepering om te voorkomen dat een doelgroep juiste conclusies kan trekken of correcte meningen kan vormen wat kan leiden tot verkeerde opvattingen en maatschappelijk onbehagen. Desinformatie kan gebruikt worden om democratische processen (zoals verkiezingen) te verstoren, de politieke en bestuurlijke integriteit van de volksvertegenwoordiging en de rechtspraak te ondermijnen, een economische agenda na te streven en/of een gemeenschap te destabiliseren door maatschappelijke onrust te creëren. Tijdens de masterclass gaat Hans van Dalen, kolonel bij Defensie, in op de corrumperende werking van (des)informatie en hoe hiermee kan worden omgegaan.
Signaleren en analyseren van desinformatie
Iedereen met een Twitter-, Instagram of Facebookaccount kan desinformatie verspreiden. Maar dikwijls wordt desinformatie verspreid door anonieme accounts en door online profielen, de zogeheten bots, die door software gestuurd worden en op basis van algoritmes berichten plaatsen en verspreiden. Robert van der Noordaa, directeur van Trollrensics, gaat tijdens de masterclass in op het signaleren en analyseren van desinformatie. Desinformatie campagnes richten zich vaak op specifieke gebeurtenissen. Enkele voorbeelden zijn referenda, verkiezingen of bepaalde gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld het incident rond MH17. De tools van Trollrensics kunnen worden gebruikt om desinformatie campagnes te detecteren die al hebben plaatsgevonden of campagnes te monitoren die waarschijnlijk zullen gaan plaatsvinden. Trollrensics verzamelt informatie uit verschillende bronnen die vervolgens wordt opgeslagen en geanalyseerd. Op basis hiervan kan met behulp van visualisaties inzicht worden verkregen in de aard, omvang en verschijningsvormen van de desinformatiecampagnes. Tijdens de masterclass zal Robert van der Noordaa nog enkele best practices en lessons learned van elders uit land delen waaronder de vermeende vliegtuigkaping op Schiphol, de demonstratie op het Museumplein in Amsterdam en de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland.
Identificeren en falsificeren van desinformatie
Desinformatie kan leiden tot verstoring van de openbare orde en maatschappelijke onrust. Dit maakt het van belang om desinformatie te identificeren en falsificeren. De actor en de context zijn hierbij doorgaans zeer relevant. Voor het opsporen van desinformatie is het verwerken van persoonsgegevens noodzakelijk. Er is sprake van persoonsgegevens indien het herleidbaar is tot een natuurlijk persoon. Dit herleiden mag met hulpmiddelen gebeuren. Dat neemt niet weg dat (indien de AVG van toepassing is) aan alle door de AVG gestelde voorwaarden moeten worden voldaan (grondslag, doelbinding, proportionaliteit, enz.). Richard Odekerken, directeur van Trollrensics, zal tijdens de masterclass aandacht besteden aan het identificeren en falsificeren van desinformatie binnen de wet- en regelgeving. Op voorhand al enkele tips bij het identificeren en falsificeren van desinformatie: maak zoekacties en besluiten herleidbaar, leg een audit trail vast, betrek de functionaris gegevensbescherming, beveilig de informatie afdoende, beperkt de zoektocht tot openbare bronnen, gebruik geen profielen van bestaande personen maar zoek zonder account, abstraheer en kwantificeer in de rapportage naar collega’s.
Desinformatie in de praktijk
Desinformatie vormt een risico voor de democratische functie en bestuurlijke stabiliteit van de gemeente. Het kan gebruikt worden om democratische processen zoals verkiezingen te verstoren, de politieke en bestuurlijke integriteit van de volksvertegenwoordiging en de rechtspraak in twijfel te trekken. Tevens kan desinformatie gebruikt worden om een economische agenda na te streven en om berichten te verspreiden die tot onrust kunnen leiden onder bewoners. De verspreiding van desinformatie is een reële dreiging. Het recht op vrijheid van meningsuiting komt al snel in het geding wanneer er bemiddeld wordt in wat er wel en niet gepubliceerd en verspreid mag worden en kan bovendien leiden tot wantrouwen in de overheid. Echter moeten de ogen niet gesloten worden voor de risico’s die desinformatie met zich meebrengt. Tijdens de masterclass komen verschillende praktijkvoorbeelden aan bod hoe concreet invulling kan worden gegeven aan de omgang met desinformatie in de praktijk. Jim Boevink, adviseur van de Taskforce Digitale Veiligheid bij de gemeente Amsterdam, zal op de masterclass ingaan op hoe de gemeente Amsterdam inzicht verkrijgt in de mogelijke aanwezigheid en het bereik van desinformatie in publieke debatten over voor (de gemeente) Amsterdam relevante beleidsthema’s. Waar gaat het publieke debat over en welke gedragspatronen zijn te herkennen? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen influencers, aanjagers en vermeende bots. Influencers zijn bekende personen die een groot netwerk hebben met veel volgers en hierdoor ook invloedrijk zijn in het publieke debat. Aanjagers zijn personen die een actieve rol spelen binnen een groepering en opvallend actief zijn rond een bepaald onderwerp of persoon. Vermeende bots zijn gebruikers die vermoedelijk niet menselijk zijn doordat ze afwijkend gedrag vertonen. Een voorbeeld hiervan zijn meerdere post op hetzelfde moment in een dag en een hoge frequentie van post. Het doel van de gemeente Amsterdam is het creëren van een betere informatiepositie over desinformatie in de stad. Het startpunt hierbij is niet vanuit desinformatie, maar vanuit onderwerpen die worden besproken door personen binnen het publiek domein en reacties die daarop komen. Op deze manier kan er invulling gegeven worden aan ‘vervuilingsindicatoren’ om vervolgens patronen te kunnen herkennen. Om te onderzoeken in welke mate een specifiek onderwerp binnen het publiek domein gevoed wordt met desinformatie, wordt er enerzijds gefocust op de berichtgeving die wordt gedeeld door betrokkenen in het Amsterdams publiek domein én berichtgeving over Amsterdam (omdat dit vaak het publiek domein raakt). Anderzijds worden signalen vanuit het Amsterdams publieke domein getoetst en gedetecteerd in de berichtgeving.